Toelating
In uitvoering van de statuten van de vereniging, is de procedure om actief lid te worden de volgende:

1. Om actief lid te worden, dient men in het bezit te zijn van een diploma restauratie van
kunstvoorwerpen van een door de bestuursraad erkende school of opleidingscentrum voor
restauratie, of het beroep van conservator-restaurateur van kunstvoorwerpen gedurende minstens
zes jaar effectief uitgeoefend hebben.

2. De BRK-APROA erkent de opleidingen die beantwoorden aan de thans geldende normen van
E.C.C.O. en ENCoRE (E.C.C.O. Professional Guidelines 3 maart 2003; E.C.C.O.-ENCoRE Joint
Paper 2003). In België zijn de erkende opleidingen momenteel: Universiteit Antwerpen, Faculteit
van Ontwerpwetenschappen, afdeling Conservatie en Restauratie; de Ecole Nationale Supérieure
des Arts Visuels de la Cambre, section Conservation-Restauration d’oeuvres d’art in Brussel; de
Ecole Supérieure des Arts Saint-Luc in Luik.

3. Alle kandidaten moeten ofwel het beroep van conservator-restaurateur van kunstvoorwerpen
daadwerkelijk en als hoofdactiviteit op regelmatige en officiële wijze uitoefenen ofwel een
onderwijs- of onderzoeksfunctie in deze discipline bekleden.
Het beroep van conservator-restaurateur is niet compatibel met activiteiten in de kunsthandel (zie
artikel 26 van de E.C.C.O. Professional Guidelines van 3 maart 2003).

4. De volgende specialisaties worden thans erkend door BRK-APROA:
conservator-restaurateur van:
Deze lijst is niet limitatief en kan op voorstel van de Raad van Bestuur door de Algemene
Vergadering gewijzigd worden.

5. De kandidaat moet voorgesteld worden door twee actieve leden van zijn specialisatie. Deze
peters/meters verbinden zich ertoe het verloop van de procedure te begeleiden en te steunen.
Dit impliceert dat wanneer hij de kandidaat onvoldoende kent, hij alle noodzakelijke stappen zal
ondernemen die hem zullen helpen deze verantwoordelijkheid eventueel te aanvaarden en
vervolgens het peterschap op zich te nemen.
Het peterschap houdt in:
– Onderzoek van de kandidatuur: de kandidaat dient twee conservatie-restauratiedossiers over
de behandeling van kunstvoorwerpen in te dienen. Deze restauraties moeten na hun studies
uitgevoerd zijn en moeten de persoonlijke bekwaamheid van de kandidaat aantonen. De
dossiers moeten recent en representatief zijn voor de gekozen specialisatie: twee verschillende
probleemstellingen die de persoonlijke bekwaamheid van de kandidaat illustreren.
Behandelingen uitgevoerd in het kader van een opleiding of stage worden niet aanvaard.
Schilderijen
Muurschilderingen
Beelden
Glasramen
Meubilair
Uurwerken
Textiel
Keramiek en glas
Muziekinstrumenten
Metalen
Fotografische en cinematografische documenten
Watergedrenkt hout
Grafische documenten, leder, perkament
Steenachtige materialen en steensculptuur
Uurwerken en technische/wetenschappelijk instrumenten
Preventieve conservatie
De dossiers moeten persoonlijk uitgevoerde behandelingen voorstellen; een collectief dossier
wordt niet aanvaard. In het geval van een restauratie die door een groep werd uitgevoerd,
moet het ingediende dossier de persoonlijke inbreng van de kandidaat beschrijven.
De dossiers behandelen een conservatie/restauratiebehandeling en beperken zich niet tot het
onderzoek of studie.
De dossiers worden na de toetredingsprocedure terugbezorgd aan de kandidaat.
– Een atelier- of werfbezoek en een gesprek met de kandidaat om vast te stellen of hij/zij
voldoet aan de professionele beroepscriteria die de beroepsvereniging van zijn leden vereist.
– Overleg met andere beroepsmensen die eventueel in groepsverband hebben samengewerkt
met de kandidaat.
– Coördinatie van het kandidatuursdossier tussen de twee peters.
De peter mag zich alleen engageren wanneer hij overtuigd is van de ontvankelijkheid van de
kandidatuur en van de beroepskwaliteiten van de kandidaat.
6. Het kandidatuursformulier dient volledig ingevuld teruggestuurd te worden aan de
verantwoordelijke voor de nieuwe kandidaten, uiterlijk tegen 15 oktober. Deze termijn is
noodzakelijk voor een goede behandeling van de kandidaatstelling vóór de jaarlijkse Algemene
Vergadering van de BRK-APROA, die meestal doorgaat in maart.
Het kandidatuursformulier bevat naast inlichtingen van persoonlijke en professionele aard, de
uitdrukkelijke instemming van de kandidaat met de deontologische beginselen die de BRKAPROA onderschrijft (Professional Guidelines, Code of Ethics E.C.C.O., Brussel 1993) en dat
gedurende zijn hele professionele loopbaan.
Bij dit formulier voegt men:
– als de kandidaat tewerkgesteld is als bediende of ambtenaar, een getuigschrift van de
werkgever
– als de kandidaat gevestigd is als zelfstandige, dient hij het bewijs van volledige en officiële
beroepsuitoefening te bewijzen met o.a. het bedrijfsnummer, een uittreksel van het
handelsregister e.d.
– een schriftelijk akkoord van peterschap door twee actieve leden
– een kopie van de diploma’s

7. Voor elke specialiteit worden twee conservatie/restauratiedossiers samen met een kopie van het
kandidatuursformulier aan één der beide peters bezorgd uiterlijk tegen 30 juni. Deze worden na
onderzoek en nazicht door de peters, en vergezeld van een geschreven verslag, uiterlijk tegen 15
oktober overgemaakt aan de verantwoordelijke voor de nieuwe kandidaten. Dit vertrouwelijk
verslag dient rekening te houden met de morele en professionele kwaliteiten van de kandidaat, de
kwaliteit van de dossiers en de uitgevoerde behandelingen, de werkomstandigheden in het atelier
of op de werf.

8. Op basis van deze documenten en het geschreven rapport van beide peters zal de Raad van Bestuur
de ontvankelijkheid van de kandidatuur nagaan en de dossiers bestuderen. De Raad van Bestuur
zal, in geval van ontvankelijkheid van de dossiers, de beide peters en de kandidaat uitnodigen om
zijn kandidatuur voor te stellen.

9. De kandidatuur wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur die beslist op basis
van een tweederde meerderheid van de aanwezige bestuursleden. In geval van
belangenvermenging moeten betrokken bestuursleden zich onthouden.

10.In het geval van aanvaarding wordt de kandidaat door één van de twee peters voorgesteld op de
Algemene Vergadering. De conservatie-restauratiedossiers van de kandidaat zijn ter inzage van de
deelnemers aan de Algemene Vergadering. De toetreding wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de
Algemene Vergadering, die stemt bij gewone meerderheid van de aanwezige of
vertegenwoordigde leden.
De toegetreden kandidaten kunnen vervolgens deelnemen aan het vervolg van de vergadering,
maar evenwel zonder stemrecht. Het lidmaatschap treedt pas in na betaling van het lidgeld.

11.Men kan zich voor maximum twee specialisaties kandidaat stellen.
Dezelfde procedure geldt voor een lid dat vroeger ontslag heeft genomen en voor een lid dat een
tweede specialisatie wenst. Die persoon kan geen tweede maal aanspraak maken op verminderd
lidgeld.

12.Noch de Raad van Bestuur, noch de Algemene Vergadering dienen hun beslissing te motiveren.
De verslagen van de peters blijven vertrouwelijk.
Lidgeld

13. Het bedrag van het jaarlijks lidmaatschap wordt vastgelegd door de Algemene Vergadering op
voorstel van de Raad van Bestuur.
Elk lid dat een ondernemingsnummer heeft (BTW) in eigen naam of in het kader van een bedrijf,
als hoofd- of bijberoep, dient de volledige lidmaatschapsbijdrage te betalen.
De leden die uitsluitend werknemer of ambtenaar zijn, betalen een verminderde bijdrage.
Nieuwe leden betalen een verminderde bijdrage gedurende de eerste twee jaar van hun
lidmaatschap.

14.De vastgelegde termijn voor het betalen van het lidgeld is drie maanden na de aanvraag van
betaling.

15.Vanaf de tweede herinnering wordt het bedrag van het lidmaatschap verhoogd met een forfaitair
bedrag van 12 euro voor administratiekosten.

16.De leden die op 31 december hun lidgeld niet betaald hebben, worden niet opgenomen in de
volgende ledenlijst.

17.Leden die twee jaar lang hun lidmaatschap niet betalen worden – met uitzondering van
uitzonderlijke toelating van de Raad van Bestuur om dwingende redenen – automatisch
voorgesteld voor uitsluiting op de volgende Algemene Vergadering.
Administratie

18.Een kandidaat voor een functie in de raad van bestuur verstuurt zijn gemotiveerde kandidatuur per
aangetekend schrijven of per mail. Dit aangetekend of elektronisch schrijven dient ten laatste één
week voor de algemene vergadering aan het secretariaat van zijn keuze opgestuurd te worden,
behalve als dit anders wordt vermeld in de oproepingsbrief van de Raad van Bestuur voor de
Algemene Vergadering.
De procedure is dezelfde voor een statutair uittredend bestuurslid dat zich voorstelt voor een nieuw
mandaat.

19.De wet voorziet in het bijhouden van registers van de processen-verbaal, ondertekend door de
voorzitter en een secretaris. Het is nuttig te verduidelijken dat in geval van betwisting het officiële
proces-verbaal het document is dat na eventuele correcties werd goedgekeurd op de volgende
bijeenkomst (Raad van Bestuur of Algemene Vergadering) en ondertekend door de voorzitter en een secretaris.
20.Elk jaar, na de Algemene Vergadering, moet de Raad van Bestuur de samenstelling van de
Deontologische Raad vernieuwen, wijzigen of herbevestigen, uitsluitend volgens de criteria die
beschreven zijn in het reglement van de Deontologische Raad.

Publiciteit

21. Conform met artikel 25 van de Ethische Code van E.C.C.O., is de vermelding van het
lidmaatschap van de BRK-APROA toegelaten op het briefpapier, visitekaartjes, CV en op strikt
informatieve publiciteit.
Enkel informatieve publiciteit is toegelaten. Vergelijkende of bedrieglijke publiciteit is verboden.
Het lidmaatschap van de vereniging mag enkel worden vermeld in lijsten en registers indien deze
op voorhand officieel goedgekeurd zijn door de vereniging of door haar worden beheerd.
Als formulering is enkel het volgende toegelaten:
“Lid van de Beroepsvereniging voor Conservators-Restaurateurs van Kunstvoorwerpen BRKAPROA” of “Lid van BRK-APROA”.

22.Aan de leden wordt gevraagd om de opmaak van lijsten en registers te signaleren aan de
vereniging zodat deze de waarde ervan kan beoordelen en toe te laten dat alle leden die het wensen
hierop kunnen voorkomen. Deze verplichting tot informatie is een verplichting die vermeld is in de
deontologische code van E.C.C.O. (artikel 21).

23.Uitsluitend individuele personen maken deel uit van de BRK-APROA, het lidmaatschap van de
vereniging heeft dus alleen maar betrekking op een fysieke persoon. Een maatschappij of een
vereniging, welk haar juridisch statuut ook is, kan in geen enkel geval aanspraak maken op het
lidmaatschap van de vereniging.

24.De vereniging spoort de leden aan om de adreslijsten en de officiële documenten die ze
gepubliceerd heeft zo ruim mogelijk te verspreiden, maar alleen de Raad van Bestuur is
gemachtigd om een officiële vertegenwoordiger af te vaardigen. De leden zullen in hun contacten
met de pers en de politieke of officiële overheden vermijden om tussenkomsten te doen of
standpunten in te nemen in naam van de vereniging.

25.Het ligt voor de hand dat de vermelding van het lidmaatschap van de vereniging strikt beperkt
wordt tot activiteiten van conservatie-restauratie, en niet uitgebreid wordt tot bijvoorbeeld de
verkoop van producten.

Deontologische Raad
26.De Deontologische Raad werkt in alle onafhankelijkheid en vertrouwelijkheid ten opzichte van de
Raad van Bestuur van de vereniging. Zijn werking is vastgelegd in een apart reglement dat
aanvaard is door de Algemene Vergadering en die prioriteit heeft boven dit huidige Intern
Reglement.

27. In het geval dat er zware sancties te nemen zijn ten opzichte van een lid en conform met de
bevoegdheden die in het reglement voorzien zijn, kan de Raad de vertrouwelijkheid van het
dossier opgeven door dit over te maken aan de Raad van Bestuur.